Verweij reageerde daarmee op uitspraken van raadslid Adri den Dunnen (Pro’98), die aangaf het moeilijk te vinden om op zondag in haar tuin te werken. ,,Om commentaar van buurtbewoners te vermijden, doe ik op zondag wél mijn achtertuin, maar niet mijn voortuin. Ik wil best rekening houden met gevoelens van anderen, maar ik ben er toch niet blij mee dat ik de vrijheid in mijn eigen tuin niet heb”, vertelde Den Dunnen.

Wethouder Verweij begreep het gevoel van Den Dunnen. ,,Ik proef uit deze bewoordingen dat u wel rekening houdt met andersdenkenden, maar dat u die respect niet altijd terugkrijgt. Ik vraag me af of dat terecht is. Want, wat zou er nu gebeuren als u op zondag wel in uw voortuin aan het werk bent? Wordt u dan verbannen uit de straat? Natuurlijk niet. Den Dunnen suggereert dat de zondagsrust haar wordt opgelegd, maar ik kan me dat niet voorstellen. Ik zou haar evenveel respecteren als ze op zondag de tuin doet of de auto wast.”

Cobi Hoogenhout uit Barneveld: ,,Ik heb respect voor wat de wethouder hierover zegt, maar ik moet er aan toevoegen dat ik letterlijk heb ervaren dat ik op een dwingende toon werd aangesproken toen ik eens op zondag aan het werk was. ‘Wij zijn dat hier niet gewend en wij stellen dit niet op prijs’, werd me nadrukkelijk gezegd. Dat mogen ze gerust tegen me zeggen, maar ik houd er toch een vervelend gevoel aan over.”

Een inwoner van Voorthuizen kwam met een praktische oplossing: ,,In de tuin werken of je auto wassen op zondag, daarover kun je als straat afspraken maken, waar iedereen zich aan houdt.” Debatleider Gijs Weenink: ,,Een wasstraat, zogezegd.”

SGP-raadslid Leendert de Knegt concludeerde: ,,Het lijkt erop dat we over dit onderwerp tegenover elkaar blijven staan en dat is jammer. Feit is dat de zondag heilig is, dat is het uitgangspunt voor een grote groep Barnevelders. Als mijn buurvrouw op zondag in de tuin zou werken, zou ik haar hierop met bewogenheid aanspreken, want ik zie dat graag anders. Dat betekent niet dat ik haar niet meer zou aankijken of zou ‘verketteren’. Wat dat betreft heb ik wel respect.”

Bron: Barneveldse krant