Tijdens de laatste raadsvergadering voor het zomerreces heeft de raad de kaders voor het promotiebeleid vastgesteld. In tegenstelling tot de meerderheid van de raad, had de ChristenUnie geen moeite met de zinsnede over de zondagsrust. Dit is in lijn met het coalitieakkoord en herhaling is immers de kracht van de reclame!

Namens de fractie voerde Heimen Schuring het woord.

Voorzitter,

Je kunt wel merken dat we tijdens de vorige commissievergadering nog niet via het nieuwe vergadermodel werkten. Informatievergaring en meningsvorming liepen kriskras door elkaar heen. Waar de een zich beperkte tot het stellen van vragen - het debat vindt immers in de gemeenteraad plaats - had de ander zijn mening al klaar over de combinatie van promotiebeleid en zondagsrust, over de vraag of we nu de kip en het ei als promotie-element moeten inzetten en over de kwaliteit van de startnotitie. Allemaal meningen, zonder dat we een debat zouden hebben. Gelukkig vergaderen we vanavond voor het laatst volgens het oude vergadermodel en mijn fractie ziet uit naar de orde die ontstaat als we in september volgens het nieuwe model gaan vergaderen!!

Vanavond zijn we als raad geïnteresseerd in elkaars mening. Waarom zouden we voor dan wel tegen deze startnotitie voor het promotiebeleid moeten stemmen?

Wij zijn voor en hebben daarvoor de volgende argumenten.

1. Barneveld heeft een promotiebeleid nodig. De eenheid in uitingen is ver te zoeken en wij denken dat een geïntegreerd promotiebeleid, waarbij gemeente en bedrijfsleven de handen ineen slaan een krachtiger promotie van Barneveld mogelijk maakt. Het voorliggende raadsvoorstel is een eerste stap op weg naar een goed en geïntegreerd promotiebeleid. Tussen twee haakjes: wij verwachten van het college dat ze de raad actief betrekt bij de volgende stappen die gezet worden.
   
   
2. In de startnotitie worden de juiste kaders verwoord. We stellen vanavond de kaders vast, zoals die achterin het promotiebeleid zijn opgenomen. Niet meer en niet minder. De rest van de startnotitie geeft de context weer en kan wat ons betreft door het samenwerkingsverband dat door de gemeente wordt gecreëerd - de zogenaamde Regiegroep Promotie Barneveld - naar hartelust worden aangepast. Om daar vervolgens door de raad goedkeuring aan te laten verlenen. Wil de wethouder toezeggen dat de raad regelmatig wordt betrokken en dat voor relevante zaken besluitvorming wordt gevraagd?
   
   Ons inziens zou de Regiegroep er wijs aan doen om het verleden van Barneveld niet te verloochenen en de kip en het ei, waarmee Barneveld wereldwijde faam heeft opgebouwd een centrale plek te geven in het promotiebeleid. Parijs heeft zijn Eifeltoren, Londen zijn Big Ben en Barneveld zijn Kip en zijn Ei.
   
   
3. De aanvulling op de kaders, zoals die ons op de dag van de commissievergadering is aangereikt, is volgens mijn fractie uitstekend. Men zou kunnen betogen dat de aanvulling dubbel is ten opzichte van de tekst die in het coalitieakkoord is opgenomen. Wij zien dat anders. Om in de sfeer van het promotiebeleid te blijven: herhaling is de kracht van de reclame.

Voorzitter de tijd van ellenlange betogen is in het nieuwe vergaderseizoen voorbij. Laat ik daar nu alvast mee beginnen. Ik stop mijn bijdrage met de oproep aan de andere partijen om ook in te stemmen met het raadsvoorstel. Want wie kan er niet pro-promotiebeleid zijn?
----------------

Tekst coalitieakkoord
Wij zijn ons bewust dat veel inwoners van de gemeente hechten aan de zondag als rustdag. Wij realiseren ons ook dat er inwoners zijn die behoefte hebben aan meer faciliteiten, ook of juist op zondag, voor recreatie en ontspanning. Het college ontplooit zelf geen initiatieven gericht op een uitbreiding van dergelijke activiteiten op zondag. Het zal evenmin economisch realistische initiatieven van anderen, die betrekking hebben op activiteiten van plaatselijke verenigingen en andere initiatieven, op enige wijze tegenwerken. Het staat de partijen in de gemeenteraad vrij voorstellen voor activiteiten en/of faciliteiten op zondag te ontwikkelen en deze ter bespreking voor te leggen. Daarbij wordt aan de leden van de raad de ruimte gelaten om overeenkomstig eigen uitgangspunten te handelen.