Binnen het nu vastgestelde ‘speelruimte beleidsplan’ stelt het college voor in nieuwe wijken drie procent van de ruimte te bestemmen als speelruimte. In bestaande wijken wordt de hoeveelheid speelplekken afgestemd op het aantal kinderen dat er woont. Op enkele plekken ontstaan ‘avontuurlijke’ speelplekken in de natuur. Ook is in het plan aandacht voor de jeugd van 12 tot 18 jaar.

In het oorspronkelijke plan staat bovendien dat er maximaal één zandbak per wijk moet komen. Het regelmatig vervangen van het zand kost veel geld.

,,Met dat maximum aantal hebben wij toch veel moeite”, zei Henk van den Berg (CDA). ,,Vooral omdat we vinden dat zandbakken een belangrijke rol spelen voor de sociale samenhang in de wijk. Het is een ideale plek voor kinderen om samen te spelen en voor ouders om met elkaar in gesprek te raken. Daarnaast is de zandbak vaak de eerste plek waar kleuters nu nog zelfstandig heen kunnen gaan. Dat verdwijnt als ze eerst drukke wegen moeten oversteken.”

Een wijziging in het voorstel om af te zien van deze regel kon raadsbreed steun vinden. ,,Al moeten we wel in het oog houden dat aanpassing van het aantal zandbakken binnen het budget moet passen”, zei wethouder Leen Verweij. Het behouden of verwijderen van een zandbak moet, naar het voorstel van het CDA, in overleg met het wijkplatform geregeld worden.

Andere bezwaren tegen het plan had de VVD. ,,Het plan zelf is prima, maar we vinden het nu de tijd niet om veel geld uit te geven aan ‘leuke’ dingen”, zei raadslid Paul Vos. ,,Je hoeft de krant maar open te slaan en je ziet dat er zwaar weer op komst is. Kunnen we dit geld dan niet beter besteden aan zaken die de economie ter harte gaan?” De VVD kon echter niet op steun rekenen.

Het plan voorziet ook in het weghalen van speelplekken in wijken waar ze volgens de gemeente niet meer nodig zijn. ,,Ik wil de wethouder meegeven hier heel zorgvuldig mee om te gaan”, zei Leendert de Knegt (SGP). ,,Het weghalen van speelplekken kan heel gevoelig liggen in de wijk. Wees zo helder mogelijk en betrek omwonenden hierbij.”

Bron: Barneveldse krant