Naar aanleiding van: Handelingen 4 : 29

Bidden voor de overheid is een bijbelse opdracht. Dat is “goed en aangenaam voor God”(1 Tim. 2:3). De regeringsdeelname van de ChristenUnie heeft veel tegenkrachten opgeroepen. Via de media zijn verdachtmakingen en hatelijkheden aan de orde van de dag. De intolerantie van  intellectuelen die zichzelf zeer tolerant vinden, neemt steeds grovere vormen aan. Daarom is juist nu de voorbede van belang voor hen die namens de ChristenUnie ons vertegenwoordigen op gemeentelijk, provinciaal, landelijk en Europees niveau. 

Wat hebben zij dan nodig? Wijsheid, inzicht en tact. Heel speciaal echter ook vrijmoedigheid in bijbelse zin. In Handelingen 4 vinden we een uitermate actuele geschiedenis. Petrus en Johannes zijn gearresteerd, omdat zij een verlamde bedelaar in de naam van Jezus genezen hadden. Tijdens een scherp verhoor worden zij geïntimideerd en bedreigd. Bij hun vrijlating wordt hun geboden “tot niemand meer te spreken op gezag van deze naam” (Hand. 4: 17).

De christelijke gemeente in Jeruzalem hoort dit en bidt dan voor hen “Geef, Here, uw dienstknechten met alle vrijmoedigheid uw woord te spreken”. Men bidt dus niet of dreigingen en intimidaties mogen ophouden, maar om vrijmoedigheid in het spreken in het publieke domein.

Deze geschiedenis is bemoedigend voor ieder die in het openbaar moet uitkomen voor de naam en de zaak van Christus. Deze vrijmoedigheid is een gave van de Heilige Geest (Hand. 4:31). Laten wij in onze voorbede vragen of God alle christen-politici, op welke plaats en van welke partij dan ook, deze gave wil geven. 

Barneveld, mei 2007 N.C.van Velzen