Behandeling motie CDA m.b.t. indicering huishoudelijke hulp

ramen wassen2woensdag 09 mei 2007 12:35

Tijdens de raadsvergadering van 8 mei werd er flink gediscussieerd over de noodzaak van aanpassing van de huidige situatie rond de indicering en het verlenen van huishoudelijke hulp in het kader van de WMO. Uiteindelijk werd de motie van het CDA aangenomen waardoor er een onderzoek komt naar de huishoudelijke zorg en er een overgangssituatie komt.

Volgens de wethouder is de motie juridisch niet haalbaar en ontstaat er nu rechtsongelijkheid. We wachten met belangstelling de ontwikkelingen af. De motie werd gesteund door CDA, SGP, Burgerinitiatief en Lijst 8. Tegen de motie waren VVD, Pro98 en ChristenUnie.

Hier volgt de bijdrage zoals Ed Blankenstijn die heeft gehouden. 

Voorzitter,

 

Voordat ik inhoudelijk op de motie inga, wil ik eerst een paar dingen zeggen. Net als  de  andere partijen in deze raad is de ChristenUnie zeer betrokken op alles wat zich afspeelt rond de invoering van de WMO. Bij de invoering van deze nieuwe wet hebben we met elkaar afgesproken dat we de kwaliteit van de zorg minimaal op hetzelfde niveau wilden houden.  De kaders daarvoor hebben we het college meegegeven.Toch wil dat niet zeggen dat  alles bij het oude kan blijven. Dat hebben we o.a. gezien n.a.v. de Europese aanbesteding van de huishoudelijke hulp. We moeten daar professioneel op inspelen. Ook vind ik dat we moeten blijven proberen, om ondanks de forse veranderingen,  door een goede samenwerking met alle betrokkenen die zorg te verlenen die de zorgvragers echt nodig hebben.

Dan nu naar  de motie van het CDA.  Wij proeven hieruit oprechte zorg over de gevolgen van de veranderingen m.b.t. de huishoudelijke hulp. Wij kunnen hierin op onderdelen meegaan, maar hebben zo ook onze vragen n.a.v. de inhoud van de motie.

Ik wil nu enkele punten langslopen. Onder “overwegende dat” wordt opgemerkt dat er forse verschuivingen zijn ontstaan in de toewijzing van huishoudelijke zorg. Ook al liggen volgens ons de percentages iets anders, delen wij deze feiten. Volgens onze informatie echter is de indicering zelf niet veranderd, maar is het inderdaad zo dat sinds 2007 het niet meer mogelijk is om als zorgaanbieder HV2 hulp tegen betaling te verlenen waar voor HV1 geïndiceerd was. Als dit in het verleden veel gebeurd is, zal dit inderdaad voor velen een verandering zijn. Graag hoor ik van het CDA en van de wethouder of datgene wat ik zojuist stelde m.b.t. de indicering juist is. We horen hierover  tegengestelde berichten.

Wat wij als ChristenUnie hierbij in ieder geval van groot belang vinden, is dat de zorgvrager in ieder geval die hulp krijgt die hij of zij nodig heeft, of dit nu HV1 of HV2 is.

Vervolgens wordt gesteld dat het tempo en de mate van verschuiving de zorgaanbieders in organisatorische en financiële problemen brengt en dat er hierdoor onvoldoende garanties zijn dat de bestaande kwaliteit van huishoudelijke hulp gehandhaafd kan worden. Tijdens de bespreking van de motie in de commissie Samenleving heb ik van de wethouder begrepen dat hij de problemen onderkent en plannen aan het uitwerken is om door de vergoeding voor eenvoudige huishoudelijke hulp te verhogen, de zorgaanbieders alfahulpen in dienst kunnen nemen en zo toezicht kunnen houden op de zorgkwaliteit en de cliënt niet meer de werkgeversrol hoeft te vervullen.

Kan de wethouder aangeven in welk stadium de plannen zijn en hoe de zorgaanbieders hierop reageren?

In de motie wordt verder gesteld dat e.e.a. leidt tot een tekort aan mensen die huishoudelijke hulp basis kunnen bieden. Ik vraag me af of die zorg helemaal terecht is en zou ook daar graag een reactie van de wethouder op willen hebben.

Vooralsnog hebben wij als ChristenUnie nog geen behoefte aan een onderzoek zoals in de motie wordt voorgesteld en ook niet aan oprekking van de overgangssituatie. Het is nu immers al zo dat 45 % van de zorgvragers in 2007 nog recht houdt op de bestaande situatie. Het komt ons ook heel vreemd voor om personen die onlangs geïndiceerd zijn alsnog te vertellen dat ze toch nog meer hulp krijgen dan waar ze recht op hadden. Daarnaast  verwachten wij ook een positieve ontwikkeling n.a.v. de plannen om Alfahulpen tegen een hogere vergoeding in dienst te laten komen van de zorgaanbieders.

Kortom, wij delen de zorgen die er zijn, maar vinden de voorgestelde maatregelen op dit moment nog voorbarig. De ontwikkelingen zullen we nauw blijven volgen en we verwachten dat de wethouder dat ook doet en ons op de hoogte houdt van de ontwikkelingen op dit gebied.

Namens de fractie van de ChristenUnie,

 Ed Blankenstijn

Labels
Fractie

« Terug

Reacties op 'Behandeling motie CDA m.b.t. indicering huishoudelijke hulp'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.

Archief > 2007 > mei