nav Marcus 10: 45 'want ook de Mensenzoon is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen’.

En als je dan de omgeving van deze tekst bekijkt, lijkt dat bevestigd te worden. Want daar wijst Jezus erop dat de uitoefening van het leiderschap in de wereld bepaald niet model moet staan voor de omgang in de kerk (vers 42 en 43); als je in de kerk leiding wil geven moet je juist bereid zijn te dienen. “Kijk naar Mij, de Mensenzoon, Ik ben ook gekomen om te dienen”.

Maar dan valt het wel op dat Jezus niet zegt dat de Mensenzoon zijn leven geeft voor `jullie/ mijn broeders/ de gelovigen/ zijn volk’. Of wat ook maar aan beperkende omschrijving je hier kunt bedenken. Hij maakt de cirkel heel wijd `losgeld voor velen’

Beperkend sprak Jezus over leiderschap: in de kerk moet je niet heersen en je niet laten dienen. Maar zijn blik is niet beperkt tot die groep; Hij wist van Zichzelf dat Hij zijn leven zou gaan geven voor veel mensen. En als zijn volgelingen Hem ook echt navolgen in die dienende houding heeft dat ook betekenis voor de `velen’ die nou niet precies bij die eerste cirkel horen.

In de kerk toegerust worden om met een dienende houding in het leven te staan. Daarin Jezus volgen. Maar Hem ook volgen in zijn oog hebben voor de `velen’ – zij die niet in die kring verkeren waar zijn woorden over dienend leiderschap herkend worden. Jezus sprak over die `velen’ in verband met zijn zelfovergave aan de dood waardoor er verzoening is. Als Christenen in het publieke leven iets laten zien van de liefde van Hem Die kwam om te dienen, dan volgen zij hun Verlosser. Als hun dienende houding opvalt trekken ze daarmee hopelijk de aandacht naar Hem Die zijn leven gaf als losprijs voor velen.

Zo is onze Verlosser: zijn woorden zijn veelal gericht tot zijn volgelingen (de kerk); maar de reikwijdte van die woorden moeten onbeperkt toegepast worden. En dat is de opdracht van hen die Hem in zijn liefde kennen.

Barneveld december 2007.

Ds A. Feijen