We moeten als gemeenteraad meetbare doelen stellen. Alleen dan kan de verantwoording over het afgelopen jaar helemaal goed worden. Dat is een van de hoofdlijnen uit de reactie van de ChristenUnie op het jaarrapport 2005. Tijdens de kaderstellende raad van 20 juni, blikte Heimen Schuring namens de fractie terug op het vorige jaar. Onderstaand de uitgesproken bijdrage.

Meneer de voorzitter,

Voor ons ligt, in full-color, een 166 pagina’s tellend jaarrapport over het jaar 2005. Allereerst onze complimenten richting ambtelijke staf die zichtbaar veel tijd heeft gestopt in dit verantwoordingsdocument. Als we jaarrapporten van voorgaande jaren naast dit rapport leggen, is een duidelijke progressie zichtbaar. De verantwoording wordt steeds beter. En dat is een goede zaak!

Op een aantal punten kan het wat ons betreft nòg beter en daar wil ik met u kort bij stilstaan.

Meetbare doelen
Ons eerste verbeterpunt heeft eigenlijk meer te maken met de kaders die wij als raad stellen. Als de kaders niet in meetbare doelen zijn vervat, is het onmogelijk ook in meetbare termen te verantwoorden. Wat ons betreft moeten we nog beter de meetbare doelen omschrijven in de toekomst. We moeten het college aan het werk zetten met duidelijke doelen, met duidelijke streefwaarden. Dat regel je niet van de ene op de andere dag, ook niet van het ene op het andere jaar. Dat is een proces van jaren.

In dat kader is het goed dat we de werkgroep budgetcyclus hebben. Deze werkgroep kan de raad gerichte voorstellen doen om tot meetbare doelen te komen. Wij zien ernaar uit om samen met de ambtelijke staf tot een nog betere kaderstelling te komen, die de komende jaren zal resulteren in een nog betere verantwoording van de zijde van het college.

Ik wil met u een tweetal punten uit het jaarrapport doornemen.

Renterisico
Ik nodig u uit om met mij pagina 109 van de jaarrapportage op te zoeken. Op deze pagina wordt verslag gedaan van renterisico. Als bankman, wordt dan mijn bijzondere interesse gewekt, vooral als blijkt dat de renterisiconorm behoorlijk overschreden is. Maar liefst met 69% is de norm overschreden. Dat is fors en dat is zorgelijk. Maar eerlijk gezegd is dat nog niet eens hetgeen ons de meeste zorgen baart.

Als u met mij meeleest, staat bij de toelichting, in linkerkolom, in de alinea boven de paragraaf over kasgeldlimiet: “Omdat de rente over het hele jaar 2005 een dalend tot stabiel verloop heeft gehad, is er geen sprake geweest van een werkelijk risico.”

Voorzitter, nou breekt bij ons de klomp. Hier wordt geredeneerd als een spookrijder, die tussen Barneveld en Hoevelaken op de linkerweghelft heeft gereden, gelukkig niets overkomen is en vervolgens concludeert dat er van een werkelijk risico geen sprake is geweest; hij heeft immers geen brokken gemaakt!! Voorzitter, dit kan niet en dit mag niet.

Wij willen op dit punt duidelijke verbetering. Risicomanagement heeft binnen veel bedrijfstakken aan importantie gewonnen. En terecht. Een rentestijging van een half procent had op jaarbasis een extra last van EUR 87.000 opgeleverd. Structureel! We praten in dit huis vaak genoeg over minder grote bedragen. Wij verwachten van het college voldoende en serieuze aandacht voor risico’s die wij als gemeente lopen. Graag actie!

Aanbesteding
Het tweede punt dan. Op pagina 116 en 117 wordt verslag gedaan van de evaluatie nota aanbestedingsbeleid.
Twee opmerkingen trekken onze aandacht. De eerste opmerking staat op pagina 116, waar staat: “Hierdoor is nog voldoende ruimte om ook de lokale en regionale aanbieders in de procedure te blijven betrekken.” Vanuit het veld, maar ook vanuit een overleg tussen gemeentehuis en lokale aanbieders bereiken ons andere signalen. Het aanbestedingsbeleid kan beter en daarvoor zullen we binnenkort in commissieverband aandacht voor vragen.

De tweede opmerking gaat over de constatering dat de beoordeelde aanbestedingsprocessen in orde zijn bevonden. Deze conclusie staat op gespannen voet met de constatering van onze externe accountant in het verslag van bevindingen (pagina 11) dat interne aanbestedingsrichtlijnen niet structureel worden gevolgd, zoals het opvragen van het minimaal vereiste aantal offertes of gunning door de daartoe geautoriseerde functionaris.

Het lijkt ons zaak dat de onderzoeksaanpak van de interne doelmatigheid- en doeltreffendheidsonderzoeken nog een goed tegen het licht wordt gehouden. Het mag niet zo zijn dat de ene onderzoeker alles in orde vindt en de andere met een belangrijke tekortkoming komt. Graag ook uw aandacht voor dit punt.

Voorzitter, ik ga afronden. En dat doe ik niet voordat ik nogmaals heb benadrukt dat we blij zijn met de progressie die wordt gemaakt in de verslaglegging. Dat is waardevol, maar ook noodzakelijk. Als raad, samen met het college en met de ambtelijke ondersteuning, willen wij de planning en control-cyclus op een nog hoger plan brengen. Dat zijn we aan elkaar verplicht, maar vooral aan onze inwoners, die erop moeten kunnen vertrouwen dat hun gemeente de goede doelen stelt en daar doelmatig en doeltreffend naar toe werkt.

Namens de ChristenUnie-fractie,
Heimen Schuring