Het mooie buitengebied in de gemeente Barneveld is een belangrijk onderwerrp voor de ChristenUnie. Niet voor niets was in 2010 een van verkiezingsthema's van de ChristenUnie 'Samen zuinig op ons buitengebied' Op woensdag 21 september heeft de Barneveldse gemeenteraad de Structuurvisie Buitengebied besproken en vastgesteld. Namens de ChristenUnie-fractie heeft Jaap van den Top het woord gevoerd.  Onderstaand zijn bijdrage.

Meneer de Voorzitter,

Vroeger werd de invulling van het  buitengebied van Barneveld grotendeels bepaald door activiteiten rondom de boerderij. Dat is nog steeds zo maar je ziet de invloed van de boerenbedrijven op het buitengebied steeds minder worden. Jaarlijks neemt het aantal boerenbedrijven met 3% af en dat gaat de komende jaren zeker niet minder worden. Dit gegeven heeft grote invloed op ons buitengebied en het is dan ook goed om hier de komende jaren rekening mee te houden om ons buitengebied leefbaar te houden. Daarom is deze structuurvisie zo belangrijk en als ChristenUnie herkennen we onze visie hierin.

Ik wil enkele aspecten uit deze visie doorlopen.

De ChristenUnie vindt dat bedrijven zich moeten kunnen ontwikkelen ook in het verwevingsgebied.

• Boerenbedrijven moeten zich kunnen ontwikkelen om levensvatbaar te blijven (schaalvergroting) en zoveel mogelijk verspreid over ons buitengebied dus op de plek waar ze nu zitten. Wij zijn dan ook blij met de 2 keer 30% bouwblokvergroting in het verwevingsgebied.

De ChristenUnie willen zoveel mogelijk agrarische locaties behouden.

• Wat is nu een agrarisch bedrijf? Volgens de structuur visie een bedrijf met 20 nge. Dit was eerst 16. Wij willen dit weer terug naar 16 nge hebben. Omdat dit een recht is wat mensen hebben en dat moeten we respecteren. De reden dat deze norm is verhoogd was om milieuruimte te creëren voor groeiers maar dat is niet nodig. Er is voldoende ruimte voor groei. Verder krijgen deze kleine bedrijfjes wel de mogelijkheid om weer agrarisch te worden als ze groeien naar een volwaardig bedrijf met minimaal 70 nge maar daar is waarschijnlijk wel een bestemmingsplan wijziging voor nodig en dit brengt weer extra kosten met zich mee (we hebben net de leges fors verhoogd). Verder wordt bij deze 70 nge niet de nevenactiviteiten bij geteld dus dit is een extra belemmering. Als er locaties zijn in ons buitengebied die willen groeien, met of zonder nevenactiviteiten moeten we dit als gemeente faciliteren en niet tegenwerken.  Wij komen op dit punt dan ook met een amendement.

De ChristenUnie stimuleert opwekking duurzame energie.

• Mestvergisting is vorig jaar uitgebreid besproken in de raad en daar zijn afspraken over gemaakt wat ruimtelijk beleid betreft. Grote installaties horen in het landbouwontwikkelingsgebied of op het industrieterrein en installaties tot 36000 ton mogen op het boerenerf. Maar bij deze laatste categorie zit de voorwaarden dat een buurtvergister maar een brongebied heeft van 500 ha en dit brongebied geeft een te grote beperking voor boeren om gezamenlijk een vergister is bouwen, als dit brongebied verhoogd wordt naar 1300 ha geeft dit meer mogelijkheden hiervoor. (zie ook de beantwoording van het college op vragen van de SGP). Wij komen op dit punt, samen met de SGP, dan ook met een amendement.

De ChristenUnie vindt dat verbreding van agrarische bedrijven bijdraagt aan een duurzaam platteland

• Het opzetten van nevenactiviteiten naast het boerenbedrijf vinden we een goede zaak. Voor de boeren geeft dit extra inkomsten en het geeft vaak ook meer betrokkenheid van de burgers bij het boerenleven. Als je dit als gemeente serieus oppakt horen daar ook duidelijke regels bij.  Want deze nevenactiviteiten mogen geen extra belemmering geven voor de omliggende bedrijven en woningen Voor de geur geldt een afstand van 50 meter van een stal tot de woning van de buren en deze afstand zou ook moeten gelden voor nevenactiviteiten zoals een camping of andere dagrecreatie en dan denk ik aan geluid. Dit ter voorkoming dat mensen zomaar een camping of andere recreatievormen voor hun raam zien verschijnen en daardoor in hun privé worden aangetast. Dit komt de leefbaarheid van het buitengebied niet ten goede. Deze afstand wordt ook als richtafstand genoemd in de VNG brochure bedrijven en milieuzonering. We komen op dit punt met een amendement.
• Om de leegkomende gebouwen van stoppende boeren een andere bestemming te geven wordt mogelijk gemaakt door het functieveranderingsbeleid. Dit brengt kleinschalige bedrijvigheid in het buitengebied en dat komt de leefbaarheid ten goede. Ons uitgangspunt blijft dat grotere bedrijven op het bedrijven- of industrieterein horen.
• Voor de recreatiebedrijven is ook aandacht binnen deze visie. Het groei en krimp beleid geldt voor Kootwijk en Garderen, op het platteland is ruimte voor 30 minicampings en voor verschillende vormen van dagrecreatie en voor Zeumeren is een gebiedsvisie opgesteld. Al met al een divers aanbod voor de vakantieganger, die welkom is in Barneveld.
• Barneveld heeft ook een groot gedeelte natuur in haar buitengebied. Binnen en buiten de EHS. Het kabinetsbeleid,  in het kader van de bezuinigingen, op dit punt kunnen we grotendeels volgen als ChristenUnie. De bestaande natuur beschermen en goed beheren maar geen nieuwe gebieden ontwikkelen en de Robuuste Verbindingszones heroverwegen. Als dit betekent dat de verbinding tussen de Veluwe en de Utrechtse heuvelrug niet tot stand komt dat Barneveld dan zelf beleid ontwikkeld om dit gebied in te vullen (dit in lijn met het LOP). Een goed punt vinden we ook dat Barneveld inzet op particulier natuur beheer naast de grote natuurorganisaties zoals Gelders Landschap en Staatsbosbeheer. Het buitengebied van Barneveld moet een open karakter houden maar wel met extra aandacht voor een inpassingsplan van bedrijven in het buitengebied. Ook de waterlopen (beken) en houtsingels zijn waardevol voor het landschap en voor de  gecontroleerde afvoer van het water.
• Het verkeer in ons buitengebied neemt toe en daarom is het belangrijk om hier ook extra aandacht aan te geven. Wat veiligheid en wat wegenonderhoud betreft. Dit wordt uitgewerkt in het GVVP. Een punt die we de wethouder willen meegeven is laat landbouwverkeer toe op de toekomstige rondweg rondom Voorthuizen. Dit zal de veiligheid ten goede komen in het centrum van Voorthuizen.
• De Milieu Effect Rapportage spreekt van vergunde en gerealiseerde dieraantallen. Het aantal niet gerealiseerde maar wel vergunde dieren is 34%. Dit is een zeer hoog percentage. Bij de groeimogelijkheden worden deze zg. latente ruimte niet meegenomen en moet de groei komen van de werkelijke stoppers en dat is ook de verwachting volgens de MER. Nu is de aanbeveling in het rapport om actief te gaan handhaven en de zg. “lege” vergunningen in te trekken. Wij hebben hier grote moeite mee om bestaande rechten die legaal zijn verkregen en waarvoor betaald is om deze te gaan afnemen. We komen dan ook met een motie op dit punt.