De gemeente heeft in de periode december 2008 tot maart 2009 onafhankelijk onderzoek laten verrichten naar de indicatiestelling bij huishoudelijke hulp door bureau Factum uit Veenendaal. De medewerkers bezochten vijftig cliënten thuis, die eerder al per telefoon geïndiceerd waren en vergeleken de resultaten.

Aanleiding voor het onderzoek was de zorg in de gemeenteraad en ook in de WMO-raad dat een beoordeling van de thuissituatie via de telefoon nadelig zou kunnen uitpakken voor cliënten. Het overgrote deel van hen is 75 jaar en ouder. Momenteel ontvangen 975 mensen in de gemeente Barneveld hulp bij het huishouden.

Uit het onderzoek blijkt volgens de gemeente dat de kwaliteit van de indicatiestelling op hoofdlijnen niet verschilt. ,,Opvallend is zelfs dat in deze vijftig gevallen meer minuten huishoudelijke hulp zijn toegewezen via de telefoon dan via het huisbezoek’’, zegt wethouder Leen Verweij.

Maar er kwamen ook enkele belangrijke verschillen aan het licht. Bij een huisbezoek wordt het ,,beduidend vaker’’ wenselijk gevonden om medische informatie op te vragen over een cliënt en/of een huisgenoot. En bij een huisbezoek wordt vaker gesignaleerd dat verder onderzoek nodig is naar woon-, rolstoel- en vervoersvoorzieningen, zoals een Regiotaxi. ,,Verder wordt per telefoon niet altijd op dezelfde standaardwijze bepaald hoeveel hulp nodig is’’, voegt Verweij toe.

Voor de gemeente is dat geen reden om de werkwijze van indiceren aan te passen, zegt Verweij. ,,Wel zijn we al tijdens het onderzoek gestart met een verbetertraject bij het telefonisch indiceren. Dat gebeurt door verdere scholing van medewerkers.’’

De wethouder benadrukt dat huisbezoeken wél plaatsvinden als gemeente en cliënt er aan de telefoon niet uitkomen.

,,De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat de cliënt een huisbezoek positiever ervaart dan een indicatie per telefoon’’, erkent Verweij. ,,Maar een huisbezoek kost gemiddeld een uur, exclusief reistijd. Bij telefonische indicatie gaat het om ongeveer een kwart van die tijd, waarbij de kwaliteit dus op hoofdlijnen hetzelfde is. Het geld dat we daarmee besparen, steek ik liever in meer voorzieningen voor hulpbehoevende mensen dan in huisbezoeken.’’

Bron: Barneveldse krant