Op 3 augustus heeft Henk Geurts namens de fractie vragen gesteld over het aantal nieuwbouwwoningen voor Garderen. In de hoofdlijnen voor het nieuwe bestemmingsplan is namelijk een te laag aantal opgenomen. Het college antwoordt nu dat de wens van de raad om meer woningen in de kleine kernen te realiseren niet onverkort zal worden uitgevoerd.

Onderstaan de beantwoording door het college.

Geachte heer Geurts,

In uw brief van 3 augustus 2005 stelt uw fractie ons college schriftelijke vragen op grond van artikel 37 van het Reglement van orde voor vergaderingen van de gemeenteraad (RvO). Deze vragen hebben betrekking op de uitvoering van de aangenomen motie over de vorig jaar vastgestelde Woonvisie in relatie tot de woningbehoefte in de kleine kernen.

Graag beantwoorden wij uw vragen als volgt:

Vraag 1. Is het college bereid genoemde motie onverkort uit te voeren?

Antwoord: Nee, wij zijn wel bereid de genoemde motie uit te voeren, maar niet onverkort. Wij zijn van mening dat de concentratiedoelstelling uit de structuurvisie moet worden gehandhaafd. De raad heeft dit hoofduitgangspunt tijdens de vaststelling van de structuurvisie in 2003 unaniem onderschreven. Het loslaten van deze concentratiedoelstelling kan consequenties hebben voor bijvoorbeeld het voorzieningenniveau in het middengebied (Barneveld-Voorthuizen), maar ook bijvoorbeeld voor het dorpse karakter van de kleine kernen. Daarentegen zijn wij wel van mening dat het wenselijk is om uitbreidingsruimte te bieden bij de kleine kernen binnen de gestelde ruimtelijke en volkshuisvestelijke kaders. Hierbij zullen wij aansluiting zoeken bij de in de Woonvisie voorgestelde woningverdeling over de kernen. Gelet op het voorgaande vinden wij dat de concentratiedoelstelling door ons niet oneigenlijk wordt gebruikt voor woningbouw in de kleine kernen, maar dat het een wezenlijk sturingsinstrument is voor de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente Barneveld.

Vraag 2. Zo ja, wil het college dan voor de kleinere kernen en dus ook voor Garderen de concentratiedoelstelling uit de structuurvisie niet meer oneigenlijk gebruiken als het om de woningbehoefte in die kleinere kernen gaat?

Antwoord: Zie antwoord op vraag 1. Indien zich wel de ruimtelijke mogelijkheden voordoen en gebleken is dat er geen consequenties zijn voor voorzieningenniveau in het middengebied en het dorpse karakter van de overige kernen, zal wellicht een groter aantal woningen kunnen worden gerealiseerd dan nodig is conform de concentratiedoelstelling.

Met vriendelijke groet,
Burgemeester en wethouders,

D. Bakhuizen J.A.M.L. Houben