Waardevol landelijke gebied

Koe in de stal.jpg
04_Jaap_van_den_Top_1_lowres.jpg
Door Jaap van de Top op 17 april 2024 om 19:39

Waardevol landelijke gebied

Raadsbijdrage bij toetsingskader Landelijke gebied

Voor de Christenunie is altijd het uitgangspunt geweest dat de boer toekomstperpectief voor zijn bedrijf moet hebben op de plek waar hij zit. Concentratie van boerderijen is landschappelijk, voor de volksgezondheid en bij bestrijding van dierziekten niet gewenst en daarom waren we niet positief over het eerdere streefbeeld. Dit toetsingskader is een goede verbetering. De boer heeft nu perspectief voor zijn bedrijf in Kootwijkerbroek, maar ook aan de westkant van Barneveld en zelfs in Garderen. Dit toetsingskader is een goede aanzet voor een omgevingsvisie voor een waardevol landelijk gebied. Een landelijk gebied waar landbouw, wonen, werken, recreëren en natuur een plek hebben. Maar vooral waar ze elkaar kunnen versterken.

We komen met een drietal amendementen en vier moties om dit toetsingskader en het proces dat hierna nog komt te verbeteren.

  1. Amendement 1000m2

Met dit amendement stellen we voor om niet agrarische bedrijvigheid in het buitengebied gelijk te trekken naar 750m2 en dus ook in het agrarisch bedrijvenlandschap waar 1000m2 wordt voorgesteld. Wij vinden de kleinschaligheid in het buitengebied belangrijk en de duidelijkheid dat bedrijven die groeien op termijn naar het bedrijven of industrieterrein moeten verplaatsen. We moeten er dan wel voor zorgen dat die ruimte er ook is op het industrie- en de bedrijventerrein. Als raad waren we vorige week te gast bij Hoeflon, een bedrijf dat hijskranen produceert. Een voorbeeld van een bedrijf dat in het buitengebied is gestart, nu op Harselaar zit en een internationaal bedrijf is. Het buitengebied is de kraamkamer. Als 750m2 de standaard is kun je altijd met maatwerk voor bijv. landelijke bedrijven, of op een voormalige grote agrarische locatie of nabij goede infrastructuur 1000 m2 toestaan. Maatwerk moet wel mogelijk blijven maar dat gaat dan wel via de raad.

2. Amendement bestaand cluster.

Dit amendement gaat over de vraag: Wat is een cluster? En hoe groot mag een cluster in het buitengebied worden? Ons uitgangspunt is dat wonen vooral plaatsvindt in de dorpskern. Wonen in het buitengebied heeft beperkingen. Nu mag er in het buitengebied een woning gebouwd worden bij een bestaand cluster. Dat staat ook in de gebiedsvisie functieveranderingswoningen. Met dit amendement stellen we voor om een grens te stellen aan het aantal woningen waaruit een cluster bestaat. Een grens van ongeveer 10 woningen om te voorkomen dat er kleine woonwijken in het buitengebied ontstaan.

3. Amendement overgangsgebieden

In de structuurvisie 2011 zien we verschillende overgangsgebieden. Rondom het Paradijs, de verbindingszone Utrechte heuvelrug en Veluwe, boven de A1 het recreatiegebied en rondom het N2000 gebied. Binnen deze overgangsgebieden wordt gezocht naar een goede mix tussen de gebruikers en daarbij moet de landbouw een gewaardige partner zijn. Daarom stellen we in dit amendement voor dat de landbouw niet ondergeschikt is, maar gelijkwaardig aan recreatie en natuur. Met doel om de samenwerking te zoeken met elkaar. Belangrijk in deze is dat bij het extensiveren van de landbouw de huidige agrarische bestemming van de grond gehandhaafd blijft terwijl afhankelijk van het gebied het gebruik wel kan veranderen.

4. Motie sloopmeters kernrandzone

In de gebiedsvisie functieveranderingswoningen staat bouwen in de kernrandzone op de eerste plaats. Maar in de praktijk gebeurd dat heel weinig, omdat het financieel veel aantrekkelijker is om op eigen voormalig locatie van het agrarisch bedrijf te bouwen. Met deze motie roepen we het college op om bij de actualisatie van het functieveranderingsbeleid mee te nemen op welke manier we bouwen van functieveranderingswoningen in de kernrandzone kunnen stimuleren. Bijv. door sloopmeters die in de kernrandzone worden ingezet minder korting toe te passen. Door zo het financiële voordeel van bouwen op eigen locatie te verminderen. Het bouwen van goedkope en kleine woningen is niet aantrekkelijk dat aspect kun je ook meenemen bij de actualisatie.

5. Motie sloopmeters oude stallen

We hebben een grote opgave van de stikstofreductie te realiseren in Barneveld. Gezien het feit dat oude stallen, meer emissie van amoniak en fijnstof hebben, is met de sloop van oude stallen meer milieuwinst te behalen dan sloop van nieuwe stallen. Ook voor het functieveranderingsbeleid is milieuwinst een doel, naast tegengaan van verrommeling. Gezien het feit dat de landelijke opkoopregelingen hier geen rekening mee houden, en er wel een koppeling gemaakt is met het functieveranderingsbeleid van de gemeente, kunnen we hierin onze eigen keuze maken. Met deze motie roepen wij het college op om bij de actualisatie van het functieveranderingsbeleid hiermee rekening te houden

6. Motie data verwerken

Als Barneveld krijgen we te maken met een stikstofreductie van rond de 50% volgens het Ontwerp VLGG van de provincie. Referentiejaar is 2018. Het is niet bekend waar we, als Barneveld, in 2018 stonden en nu zijn we zes jaar verder wat hebben we al bereikt en hoeveel reductie leveren de opkoopregelingen op. Deze data zijn cruciaal om te weten wat we bij de gebiedsprocessen nog moeten realiseren. Deze onzekerheid geeft geen draagvlak bij de boer om mee te werken aan reductie van amoniak. Met een duidelijk opgave verhoog je het draagvlak. Deze data is wel aanwezig bij de RVO, Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland, maar niet beschikbaar. Met deze motie roepen we het college op om zonodig met een WOO verzoek deze data openbaar te krijgen. Misschien is met de Regio Foodvalley hierin samen te werken.

7. Motie lobby overgangsgebieden

In het toetsing kader spreken we over overgangsgebieden vanuit de structuur visie 2011.Terwijl vanuit de stikstofreductie en natuurherstel over overgangszones gesproken wordt rondom een N2000 gebied. Deze laatste overgangsgebieden worden door de provincie vastgesteld. In het ontwerp VLGG van Gelderland wordt gesproken over een breedte van 500-1000 meter breed. Overgangsgebieden hebben veel impact op wat er binnen zo’n gebied mag en of een overgangszone meewerkt aan natuurherstel is afhankelijk van verschillende factoren. In deze motie roepen we het college op om samen met de provincie te zoeken naar de optimale breedte van de overgangsgebieden die past bij het landelijke gebied van Barneveld. En daar ook de goede onderbouwing bij te hebben om zo draagvlak te krijgen bij de bewoners in die zone.

Ambitie en uitdagingen genoeg en dan heb ik het nog niet eens gehad over een eventuele grondbank om grond beschikbaar te houden voor boeren die extensiveren. Misschien komt dat nog op een later moment. We laten het hierbij.

Labels: , ,