Aantal keer gelezen

Boerenbedrijf als familiebedrijf geen toekomst?

donderdag 22 mei 2003 14:39

We moeten zuinig zijn op onze boeren, anders …. Daar draaide het om tijdens de eerste openbare bijeenkomst in 2003 van de ChristenUnie Barneveld. Deze vond afgelopen donderdag 22 mei plaats in het kerkelijk centrum Bethabara in Voorthuizen. De sprekers Jurgen Schreuder en Henk Geurts hielden een toespraak en gingen met elkaar in debat over “wat is goed voor de boeren” en “waar zit toekomst muziek in”.

Jurgen Schreuder, ex-veehouder in Kootwijkerbroek, nu adviseur op het gebied van landbouwbeleid hield een cijfermatig goed onderbouwd betoog. Met name zijn opmerking “Familiebedrijf op retour”, “De toekomst is er voor boerenbedrijven met 2 of meer vaste knechten” lokte veel reacties uit de zaal. Een boer gaf aan dat de kosten van vaste knechten altijd doorliepen, terwijl de familie nooit vroeg om “extra vakantie”, of om betaald overwerk. “Nee, boer-zijn is bezieling, soms hard werken van 80 uur per week, en met iets minder genoegen nemen”.




Ook de opvatting van Henk Geurts “boeren stimuleren om op vrijwillige basis natuur-beheersovereenkomsten te sluiten” lokte een debat met medespreker Jur Schreuder uit. Bedrijfseconomisch gezien is het niet gezond om afhankelijk te zijn van dit type neven-inkomsten, omdat ze op een bepaald moment ophouden. Als argument voor, gaf Henk Geurts aan, dat vele boeren toch maar wat blij zijn met enige stabiele neven-inkomsten in de huidige moeilijke tijden.



Henk Geurts zijn toespraak was opgebouwd rondom het Reconstructieplan. Het reconstructieplan geeft een goede kenschets van de problemen in het Valleigebied, maar Henk Geurts betoogde fel, tegen de aangedragen oplossingsrichting, waarbij boeren weinig nevenfuncties mogen uitvoeren op hun boerenbedrijf. Dit is namelijk voor velen een grote teleurstelling.
Henks oproep richting de gemeenteraad is dan ook om met bijvoorbeeld functiewijziging en nevenfuncties op boerenbedrijven creatief om te gaan. Wellicht kan het college medewerking verlenen na een beperkte bezwarenprocedure.

 



De conclusie is, “ja er is toekomst”, de sector is economisch gezond,anders bestond ze niet meer. Maar innovatie, specialisatie, product-differentiatie en nevenactiviteiten zijn hard nodig om zowel in nice-markten als bij schaalvergroting te kunnen overleven.



Zowel Henk Geurts als Jur Schreuder roepen op tot nadenken over de toekomst van het boerenbedrijf. Denkt u mee? Hebt u goede ideeen, of bent u het niet eens met de gang van zaken binnen onze gemeente, bel (0342-472306) of mail (geurts.h@hetnet.nl) naar Henk Geurts, of naar info@barneveld.christenunie.nl . Hieronder kunt u de toespraak van Henk Geurts nalezen.


1.
M.d.v., dames en heren,
Jurgen Schreuder heeft zojuist ons een doorkijk en inzicht gegeven in het naoorlogse landbouwbeleid. Daarbij heeft hij Mondiaal, Europees en Nationaal aandacht geschonken aan:
Armoedebestrijding en voedselvoorziening
Schaalvergroting en modernisering
Bewustzijn tav. Milieu, welzijn en natuur
Voedselveiligheid, gezondheid en genot.

Ik ben voornemens u te betrekken bij het Reconstructieplan, dus meer doelgericht!

RECONSTRUCTIEPLAN.
Wat is een Reconstructieplan?
Het Voorontwerp Reconstructieplan/MER I Gelderse Vallei/Utrecht Oost is een plan op hoofdlijnen om de ruimtelijke en milieuproblematiek in het gebied, grofweg begrens door de Veluwe, de Randmeren, de A27, de Kromme Rijn en de Nederrijn, in de komende 12 jaar aan te pakken..
Nu beide provincies zich over dit voorontwerp hebben uitgesproken zal het worden uitgewerkt in een meer gedetailleerd ontwerpplan, dat na vaststelling door Provinciale Staten van beide provincies en goedkeuring van het Rijk in uitvoering kan worden genomen.

Waarom een Reconstructieplan?
Provincie Gelderland en Utrecht hebben een Reconstructiecommissie in het leven geroepen die een plan moest opstellen, voortvloeiend uit de Reconstructiewet concentratiegebieden.
In deze regio betreft het Utrecht-Oost en de Gelderse Vallei.
Het Reconstructieplan moet de “gestapelde” problematiek in de concentratiegebieden integraal aanpakken en moet een goede ruimtelijke structuur bevorderen, in het bijzonder met betrekking tot landbouw, natuur, bos, landschap, recreatie, water, milieu en infrastructuur.
Daarnaast moet de reconstructie het woon-, werk- en leefklimaat en de economische structuur verbeteren. De problematiek binnen de bebouwde kom van dorpen en steden in het gebied is geen onderdeel van dit plan.



2.
Wat zijn nu eigenlijk de problemen volgens de Reconstructiecommissie?
De ruimtelijke versnippering in het gebied is hoog en de functies zoals landbouw, natuur, wonen, werken en recreëren zitten elkaar op vele plekken in de weg. .
De komst van nieuwe functies, zoals bedrijvigheid (autohandelaars, aannemers en dergelijke)en wonen in voormalige agrarische gebouwen, leidt tot verrommeling van het landschap. Dit proces wordt versterkt vanwege de hoge ruimtedruk op het gebied.
Landbouw, wonen, water, natuur en recreatie vragen allemaal extra ruimte.
Tenslotte is er de slechte milieusituatie die zich uit in vermesting, verzuring en verdroging van de natuur en er is een slechte waterkwaliteit. Door nieuwe wetgeving verbetert de situatie de komende jaren, maar niet voldoende om de gewenste kwaliteit van natuur en water, ook in de omliggende gebieden (Veluwe en de Randmeren) te bereiken.

Hoe denkt de Reconstructiecommissie deze problematiek oplossen?
De Commissie denkt dat te doen met het scheiden van functies, verbeteren van kwaliteit en identiteit. Door zoveel mogelijk aan te sluiten bij de huidige kernen en infrastructuur.
Ook door te reageren op de globalisering van de landbouwmarkt. De meest duurzame ontwikkeling is zich toeleggen op productie van kwaliteitsproducten met een hoge toegevoegde waarde en het genereren van nieuwe inkomstenbronnen door verbreding van de landbouw.
Ook richting groene diensten als natuur, landschap, rust en ruimte. Een deel van de intensieve veehouderij zal zich ook kunnen ontwikkelen door mee te gaan in kostprijsverlaging en schaalvergroting, maar alleen wanneer andere functies geen belemmering opleveren.

Een brongerichte aanpak!
Zo wordt het buitengebied van onze gemeente geheel gerioleerd.
Er wordt ingezet op fosfaatreductie door vermindering van mestaanwending.
De landbouw met verbrede doelstelling ( verkoop van producten aan huis, recreatie bij de boer etc.) vinden ingang.

In brede zin is de landbouw teleurgesteld in het Reconstructieplan.

Leefde de verwachting dat het Reconstructieplan een oplossing zou brengen voor hun problemen; het plan biedt weinig perspectief voor de veehouderij.

3.
Wat is er aan de hand?
De landbouw -en met name de vleesvarkenssector- is eerst getroffen door de varkenspest.
De volgende ramp die de landbouw in het gebied trof is de veronderstelde MKZ. in Kootwijkerbroek. Daarna BSE, dioxynevergifteging en tenslotte de Vogelpest.
Allemaal rampen die de landbouw- en aanverwante bedrijven zwaar treffen.

Nu ligt er een Voorontwerp Reconstructieplan/MER 1 Gelderse Vallei/Utrecht-oost .
Met name rond Kootwijkerbroek stapelen zich de problemen in de landbouw op.
Het gebied is aangemerkt als (geel) dat is groeigebied en er is een intensieve veebezetting.
Dat betekent dat er weinig groeimogelijk is.
Als het Reconstructieplan onherroepelijk is zal de categorie 3 (burgers) als categorie 4 worden aangemerkt. De alsdan bestuurlijk versoepelde Richtlijn Veehouderij en Stankhinder van 1996 zal enkele veehouders soulaas bieden, maar velen niet helpen.
Dat is de reden van het heersende ongenoegen!

In het licht van het Reconstructieplan is men “te klein voor tafellaken en te groot voor servet”.
Daarom is de kritiek begrijpelijk, maar biedt niet de noodzakelijke oplossing voor de landbouw. De Reconstructie is een wettelijk gegeven en de raad zal daar uiterst zorgvuldig mee om moeten gaan. Termen als dictatoriale bevoegdheden zijn wat al te fors aangezet door b.v. Wim van Essen van lijst 6.
Een interbestuurlijk proces als de Reconstructie tussen rijk, provincies, gemeenten, waterschap, milieu en landbouw werkt met een Gebiedscommissie.
Daar is niks mis mee, zij het dat bepaalde belangengroepen (Nederlandse Melkveehouder Vakbond (NMV) en de Nederlandse Vakbond voor Varkenshouders) (NVV) wat laat worden toegelaten tot de commissie.

Dat laat onverlet dat de uitkomst van het Reconstructieplan de omvang van probleem schetst, maar de aangedragen oplossingsrichting voor velen een grote teleurstelling is.

Er kan nl. geen oplossing voor het grootste deel van de belanghebbenden geboden worden met dit Reconstructieplan. De gemeenteraad heeft de taak om b.v. met functiewijziging en nevenfuncties creatief om te gaan.

4.
Wellicht zou het college medewerking kunnen verlenen na een beperkte bezwaren-procedure.Desnoods moet het Bestemmingsplan buitengebied bij een evaluatie- en reparatieronde worden aangepast.
Het college van B&W. zou alles “uit de kast moeten halen” om de betroffen veehouderij te helpen. Zo mogelijk ook met Europees, rijks, en provinciaal geld.
Één van de mogelijkheden is meer aandacht voor beheersoveréénkomsten.
De boer blijft dan eigenaar van zijn grond -die de overheid dan niet duur hoeft te verwerven als reservaatgebied- en de overheid geeft jaarlijks een bijdrage voor de beheersprestatie.
Want zeg nu zelf; als je door ons mooie buitengebied fiets, verdienen veel boeren een premie voor het beheer en onderhoud van het mooie landschap.

In het eerste voorgestelde ontwerp van 15 november 2002 stond de mogelijkheid van een inwonersheffing-groene ruimte.
Mede op aandringen van onze fractie is deze maatregel in het thans 2e concept geschrapt en wij hopen dat dit ook zo blijft.
Wel is voor de uitvoering zo’n slordige 900 miljoen Euro nodig en waar komen die gelden vandaan?

De Regeling Beëindiging Veehouderijen (RBV) is eigenlijk geïntegreerd in het Reconstructieplan.

De raad van gemeente Barneveld heeft helaas ingestemd met een college-voorstel tot de bouw van 300 woningen extra in Barneveld- Zuid Oost. Daar moet de gemeente voor het eind van dit jaar wel 175 x  91.000 voor betalen. Om uw geheugen wat op te frissen in guldens betreft dat ruim 35 miljoen gulden. En dit bij een krimpende woningmarkt van wege de economische teruggang..

M.d.v. dames en heren, namens de fractie van de ChristenUnie in de Barneveldse raad heb ik getracht u wat mee te nemen is de dagelijkse praktijk van de spanning die er heerst in de landbouw van alle dag. Hebt u vragen, of bent u het niet met ons eens, schroom vooral niet.
Graag zal ik onze visie toelichten en nader uitleggen.
Ik dank u voor uw aandacht.

( H. Geurts. Fractie ChristenUnie)

« Terug

Reacties op 'Boerenbedrijf als familiebedrijf geen toekomst?'

Geen berichten gevonden

Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.