Aantal keer gelezen12
Reactie op rapport Brandweer: ook vrijwilligers een tweede kans
woensdag 06 juli 2005 22:25
Op 5 juni heeft de commissie Bestuur van de Barneveldse gemeenteraad, in een extra vergadering, gesproken over het rapport van de heer Eenhoorn over de situatie bij de brandweer in met name Barneveld-dorp. Een van de opvallende conclusies uit het rapport is dat de de vrijwilligers die ontslag hebben ingediend ook ontslag moet worden verleend. De betrokken commandanten moeten volgens het rapport een tweede kans krijgen. De ChristenUnie vindt dat de vrijwilligers niet zondermeer weg hoeven, ook zij moeten, net als de commandanten, een tweede kans krijgen. Dit wil overigens niet zeggen dat er 'bemiddeld' moet worden met de 'groep van negen'. De ChristenUnie wil dat de burgemeester in een gesprek met de opgestapte vrijwilligers uitzoekt of deze bevlogen en betrokken brandweerlieden in de nieuwe brandweerorganisatie onvoorwaardelijk terug willen komen. De vrijwilligers hebben opgezegd omdat de huidige situatie hen tegen de borst stuit, dat wil volgens de ChristenUnie niet zeggen dat ze in de nieuwe situatie niet weer brandweer willen zijn. De vrijwilligers verdienen na hun enorme inzet in de afgelopen jaren serieus genomen te worden en niet als enige oorzaak van de problemen te worden afgeschilderd.
Tjitske Kuiper voerde namens de fractie het woord en heeft onderstaande bijdrage geleverd.
Voorzitter,
De burgemeester heeft opdracht gegeven om een onderzoek in te stellen naar de crisis bij de brandweer. Daar heeft dhr Houben goed aan gedaan. Het geeft aan dat hij de zaak serieus neemt en grondig wil aanpakken.
Een onderzoek/ verkenning zoals nu gedaan is door dhr. Eenhoorn is nuttig, maar is wat ons betreft ook weer niet een eindoordeel over de situatie. Dat kan ook bijna niet. Voorzover de korte tijd dit toeliet vinden wij dat dhr. Eenhoorn een goed rapport heeft opgesteld. Echter wij hebben er wel een aantal opmerkingen bij.
Het rapport
Er is een selectie gemaakt van personen waarmee gesproken is. Op zich begrijpelijk want een mens kan niet iedereen spreken. Echter een selectie bepaalt wel de aannames en vervolgens de conclusies c.q. aanbevelingen. Ik zal concreter zeggen wat wij bedoelen;
- Er is gesproken met sommige oud-commandanten en vervolgens is er een conclusie getrokken dat de leiderschapsverhoudingen in Barneveld-dorp altijd al moeilijk waren. Er bereiken ons echter van verschillende kanten geluiden dat dit met in ieder geval een drietal andere commandanten zeker niet het geval was. Het kan dus ook gewoon goed gaan met dezelfde groep vrijwilligers. Het is dus de vraag in hoeverre de conclusie van verstoorde leiderschapsverhoudingen ook historisch geduid kan worden.
- Het is niet altijd duidelijk in het rapport waar er sprake is van een conclusie over alle gemeentelijke afdelingen van de brandweer en waar er sprake is van Barneveld-dorp.
- Zo wordt er bv gesproken over de te grote invloed van de verenigingen op het beleid. In Barneveld-dorp heeft de vereniging een eigen bestuur los van de brandweerorganisatie. Binnen de brandweer werd juist door het kader en de onderdeelscommissie beleid gemaakt. Niet door de vereniging. Buiten Barneveld is er inderdaad een meer verweven structuur. Dus wellicht is die conclusie meer van toepassing op de andere korpsen dan op de situatie van Barneveld- dorp.
- Er gaan verschillende stemmen op over de vraag hoe representatief de vrijwilligers zijn die dhr. Eenhoorn gesproken heeft. Dat is niet duidelijk geworden . Ook hier moet aandacht voor zijn.
Tot zover over het rapport en de aanpak. Nogmaals; niets ten nadele over het werk dat dhr. Eenhoorn heeft geleverd, maar het eindproduct heeft toch z’n beperkingen en daarvoor vragen wij aandacht. Tenslotte gaat het college van b en w hierna z’n eigen conclusies trekken.
De organisatiestructuur van de brandweer
Er leeft al langer onvrede binnen het Barneveldse korps. Hier is al verscheidene keren en al jaren geleden aandacht voor gevraagd.
Onder andere door dezelfde groep vrijwilligers die nu hun ontslag heeft aangeboden. Deze mensen voelen zich tekort gedaan doordat met hun inbreng niets gedaan zou zijn. Deze geluiden hebben de portefeuillehouder niet kunnen bereiken door de slechte interne communicatie. Hun opmerkingen hebben nooit de trechter bereikt zeg maar.
Er was ook binnen de organisatiestructuur geen mogelijkheid voor de vrijwilligers om hun geluid kenbaar te maken. Een ondernemingsraad is hiervoor vaak een goed middel. Ook een vertrouwenspersoon had de geluiden kunnen opvangen en hier werk van kunnen maken. Dit was allemaal niet mogelijk binnen de brandweerorganisatie. Daardoor was er al met al een eenzijdige informatieverstrekking vanuit de organisatie naar het college, waardoor de werkelijke problemen verzwegen zijn. Voeg hierbij de slechte communicatieve eigenschappen van de commandanten en de crisis is compleet.
Brief van de groep van negen
Wij gaan niet in op alle klachten die door de groep van negen genoemd zijn in hun eerste brief die wij als fractie ontvangen hebben. Dat voert te ver en zou te gedetailleerd zijn. Dit is in de eerste plaats een zaak van de portefeuillehouder.
Beroepsorganisatie
Bij de vrijwilligers is voorzover wij hebben kunnen constateren geen weerzin tegen de professionalisering van de brandweer. Men is zich heel goed bewust van het feit dat onze tijd zwaardere eisen stelt aan iedereen, dus ook aan de vrijwilligers. Dat blijkt wel uit het feit dat men als vrijwilliger de motivatie opbrengt om zo vaak en zo veel te oefenen. Hun inzet is enorm en hun betrokkenheid eveneens. Vandaar dat een crisis zoals deze ook zo diep gaat. Waar vind je vrijwilligers die soms wel 20 jaar achtereen zich dag en nacht laten oppiepen?
Het zijn mensen die soms zelf een eigen bedrijf hebben en deze mensen zouden zich niet bewust zijn van het feit dat onze tijd om een verdere professionalisering vraagt? Die conclusie uit het rapport is wellicht niet genoeg onderbouwd en misschien wel ‘te kort door de bocht’.
Wat daarentegen naar voren komt is het feit dat er voortdurend signalen zijn uitgezonden in de richting van de vrijwilligers dat de brandweer een vrijwilligersorganisatie zou moeten blijven, met ondersteuning van de beroeps. (dit zou o.a. centraal hebben gestaan in de speech van de burgemeester Burgering op 19 oktober jl). Echter de praktijk wijst juist uit dat het andersom is (keuze locatie HVC, negeren van de bouwcommissie van de vrijwilligers, slechte toegang tot het gebouw, presentatie nieuwe leidraad zonder discussie, ontslag en aanname personeel buiten de rest van het korps om etc).
Men heeft moeite met het niet communiceren van deze omslag. Waarom dit niet hardop kenbaar te maken als dit de feiten blijkbaar zijn? Nu gebeurt het ook, terwijl de vrijwilligers zich buiten spel voelen staan. Dit had moeten worden besproken!
Visie vanuit het Ministerie van Binnenlandse Zaken
Landelijk zijn er allerlei ontwikkelingen waar ook onze lokale brandweer mee te maken heeft. De visie van de minister is als volgt (speech op brandweercongres 2004); Hij noemt de vrijwilligers de part-time professionals. En zegt tevens dat wij niet zonder deze mensen kunnen. (in onze gemeente weten we dat al lang, maar het is altijd fijn als de minister eenzelfde geluid voort brengt…). Ik citeer: “Het vervangen van deze brandweerlieden door full-time beroepsbrandweerlieden als zodanig, is wat mij betreft dan ook niet aan de orde “.
Hij benadrukt vervolgens dat vrijwilligheid niet vrijblijvendheid impliceert. Ook vrijwilligers zijn verplicht te voldoen aan de eisen van vakbekwaamheid. Dus opleiding en oefening. Dat vraagt heel veel tijd en inzet (naast vaak een gewone baan).
De minister is zich ook bewust van de knelpunten die dit met zich mee kan brengen en ontvouwt vervolgens in zijn speech een visie om part-timers/vrijwilligers misschien ieder voor een vast aantal uren per week een aanstelling aan te bieden. Voor de overige tijd zou deze vrijwilliger dan oproepbaar moeten blijven. Dat zal de totale belasting doen afnemen en zo heeft de hulpverleningsorganisatie een extra part-time medewerker in dienst.
Ook zouden de vrijwilligers daarmee onder de modelrechtspositie van de VNG kunnen vallen. Dit zou helderheid kunnen verschaffen over de positie van deze groep mensen.
Onze fractie heeft de gedachte dat dit misschien ook een richting kan zijn voor ons korps. Veel hangt af van het financiële plaatje. Wij kunnen op dit moment nog niet een uitspraak daarover doen en wachten graag een voorstel af van het college.
Aanbevelingen uit het rapport
Duidelijk is dat Eenhoorm adviseert om de commandant een tweede kans te geven (B en D) en de groep van negen vrijwilligers niet. Dit vinden wij in de richting van de vrijwilligers geen goede houding. Ze hebben terechte kritiek geuit en zijn tot nu toe altijd zeer bevlogen met hun werk bezig geweest.
C. De oplossingsrichting spreekt ons aan (beroeps kan geen vrijwilliger zijn). Maar neem ook het idee mee om meer vrijwilligers een aantal uren in dienst te nemen, zoals ik eerder heb aangegeven. Dit zou iets kunnen zijn om samen met de vrijwilligers te bespreken. Veel zal ook afhangen van de financiële gevolgen. Het college moet dit eerst in kaart brengen alvorens wij als raadsleden een kader kunnen aangeven.
D. Is goed.
E.Ook
F. Wij vragen ons af of de oud-brandweermensen nu echt zo’n groot probleem zijn.
Over de vergoedingen – ga ik nu niet verder op in – laat ik er even buiten
G.Individueel de ontslagaanvragen bekijken en bespreken met betrokkenen lijkt ons het beste.
Tot slot
We hopen dat u tot een aanpak komt die breed wordt gedragen. Dus ons advies aan de burgemeester is: voer nog een aantal aanvullende gesprekken, alvorens uw eigen conclusies te trekken en met uw eigen advies naar buiten te komen. Zie het rapport als een goede opstap. Maar niet meer dan dat. Laat het niet zover komen dat de vrijwilligers de zwarte piet krijgen toegeschoven. HET probleem is de slechte communicatie.
Namens de ChristenUnie fractie,
Tjitske Kuiper
Reacties op 'Reactie op rapport Brandweer: ook vrijwilligers een tweede kans'
Geen berichten gevonden
Log in om te kunnen reageren op nieuwsberichten.